Er zijn zoveel mensen die zich Christen noemen. Toch is er tussen hen vaak een hemelsbreed verschil. Sommigen kunnen elkaar niet luchten of zien. Anderen vechten elkaar letterlijk de tent uit. Bepaalde daden worden door de een als grove zonde gezien, terwijl de ander beweert dat God er geen moeite mee heeft.
Voor mensen die Christen willen worden, of zij die willen groeien in dat leven, is het vaak erg verwarrend. Wie is nu een ware Christen? Naar wie kan ik kijken? Naar wie moet ik luisteren? Gelukkig geeft de Bijbel behoorlijk wat opheldering. Duidelijk wordt dat niet iedereen die zegt Christen te zijn, dat ook daadwerkelijk is. Een eerste tekst die wat opheldering geeft, komt uit de brieven van Johannes:
Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. (1 Johannes 2:6)
In Christus zijn
Een ware Christen is volgens de Bijbel ín Christus. Dat betekent zoiets als geborgen zijn in Christus. Jezus Christus heeft door Zijn offer aan het kruis de vergeving van zonden mogelijk gemaakt. Als je ín Hem bent, kun je ook aanspraak maken op deze vergeving. Naast vergeving heeft Hij ook reiniging van zonden mogelijk gemaakt. Hij stond op uit de dood en als wij ín Hem zijn, kunnen wij ook opstaan in een nieuw leven. We laten het oude, zondige leven dan achter ons.
Je kunt het vergelijken met een jongedame die trouwt met een prins. Ze is een gewone burger en heeft er nooit van durven dromen in het koninklijke paleis te mogen komen. Al zou ze proberen naar binnen te gaan, dan zouden de beveiligers haar dat zeker beletten. Op een dag maakt de prins een ronde door de stad en zijn oog valt op de jongedame. Hij laat naar haar vragen en na een aantal maanden is het paar verloofd. Met het huwelijk in het vooruitzicht heeft de jongedame vrije toegang tot het paleis. Ze mag plaatsnemen aan de koninklijke tafel en alles wat de prins bezit, is in principe al van haar. Met haar eigen naam en positie had ze al deze rechten nooit kunnen verwerven. Nu ze bij de prins hoort, is haar status ineens helemaal anders. Ín zijn naam, kan ze leven als prinses en toekomstig koningin.
Het nieuwe testament spreekt heel veel over het ín Christus zijn. Het beeld van het aanstaande huwelijk en het toekomstige koningschap van degenen die ín Hem zijn, komt ook meer dan eens naar voren. Degenen die niet ín Jezus zijn en blijven, worden vergeleken met dorre takken die in het vuur worden gegooid (Johannes 15:6).
We kunnen dus zeggen dat ín Christus zijn, gelijk staat aan gered zijn. Iedereen die zich Christen noemt, moet dus ín Christus zijn. Ben je niet ín Christus, dan ben je ook geen ware Christen.
Nu we weten wat ín Christus zijn betekent, kunnen we het vers uit 1 Johannes beter begrijpen. Iedereen die zich Christen noemt, moet wandelen zoals Jezus gewandeld heeft. Maar wat is wandelen nu precies? Zijn we ooit in staat om als Jezus te wandelen? Als de Bijbel ons iets opdraagt mag je geloven dat het mogelijk is. God geeft geen onmogelijke opdrachten. Wel moeten we moeite doen om te begrijpen wat er gezegd wordt.
Wandelen zoals Hij
Wandelen als Jezus betekent alvast niet dat we nooit meer zondigen. Dat blijkt uit 1 Johannes 1:8, net een paar verzen terug. Daar wordt duidelijk gemaakt dat we onszelf misleiden als we zeggen dat we geen zonden meer hebben.
Een wandeling wijst niet op een kortdurende handeling maar over een langer durende activiteit. Een wandeling bestaat uit meerdere stappen en heeft een begin- en een eindpunt. Tijdens een wandeling kun je verkeerd lopen of struikelen. Als je verkeerd loopt tijdens een wandeling, moet je meestal terug om weer op de juiste route te komen. Als je struikelt, moet je vanzelfsprekend weer opstaan en doorgaan. Soms heb je tijd verloren en moet je even wat harder lopen om de verloren tijd weer in te halen.
Jezus heeft Zijn wandeling natuurlijk helemaal foutloos gelopen. Hij liep nooit verkeerd, struikelde niet en liep nooit vertraging op. Zijn zondeloze wandel is een voorbeeld voor ons (1 Petrus 2:21-22). We weten inmiddels dat wij, in tegenstelling tot Jezus, wel fouten maken. We nemen regelmatig de verkeerde afslag of maken een ongelukkige struikeling. Toch kunnen we wandelen zoals Hij. Hij kijkt niet zozeer naar hoe vaak we struikelen, maar of we weer opstaan (Spreuken 24:16). Hij blijft ons niet herinneren aan verkeerd genomen afslagen, maar vergeeft en helpt ons graag als wij onze fout eerlijk belijden (1 Johannes 1:9).
Wandelen zoals Jezus betekent dat we op een dag met Hem beginnen te lopen en dat we uiteindelijk aankomen. We moeten niet opgeven maar volharden (Hebreeën 10:36). We moeten ons geloof onverwrikt vasthouden (Hebreeën 3:14) en ons niet laten misleiden of meeslepen door andere leringen (Hebreeën 13:9). God eist van ons geen volmaakte stappen, maar wel een wandel in de juiste richting met de vastberadenheid ook daadwerkelijk aan te komen bij het eindpunt.
Beproef jezelf
Er zijn Christenen die tijdens hun wandel struikelen en direct twijfelen aan hun Christenzijn. Er zijn ook mensen die hélemaal niet wandelen als Jezus. Zij leiden een zondig leven en hebben hier over het algemeen geen moeite mee. Alleen wanneer ze betrapt worden op een grove zonde en hiermee geconfronteerd worden, beweren ze gestruikeld te zijn. Ze denken zich nog steeds Christen te mogen noemen en geloven zonder moeite te worden toegelaten in het Koninkrijk der Hemelen.
Het is vaak moeilijk om anderen op dit punt te beoordelen en we mogen dat ook slechts in beperkte mate doen. Wel worden we in de Bijbel opgeroepen om onszelf te beproeven (2 Korintiërs 13:5). We moeten zelf eerlijk beoordelen of we wel ín Christus zijn en of Hij wel in ons is. Nu we weten wat dit betekent, helpt dat ons om naar onszelf te kijken.
Is het leven dat wij leven daadwerkelijk vergelijkbaar met de wandel van Christus? Doen wij, net als Hij, ook graag de wil van God? Hebben wij ook een hekel aan de zonde? Zoeken we de Vader op in gebed? Lezen we zijn Woord? Zijn we bereid alles los te laten om Hem te volgen? Als het antwoord op een van deze vragen nee is, hoe staan we dan in deze nee? Is het een harde nee? Of is het een nee vanwege de moeite die ermee gepaard gaat? Worstel je wel om je nee tot een ja te maken? Vraag je God om hulp?
Als het merendeel van je leven helemaal niet lijkt op de wandel van Jezus, zou je moeten concluderen dat je op een andere route wandelt. Je doet wel eens wat Christelijks (of wat die naam draagt), maar over het algemeen lijkt je wandel in geen enkel opzicht op dat van Hem. Zolang je leeft en niet verhard ben, is er dan nog het aanbod om je leven aan Hem te geven en Hem te volgen.
Lijkt jouw wandel op dat van Jezus? Sta je, wanneer je een fout begaat, direct weer op? Belijdt je al je zonden en heb je er berouw over? Dan ben je hoogstwaarschijnlijk een ware Christen. Natuurlijk moet je dit wel eerlijk beoordelen. Het is namelijk onmogelijk om dit zelf goed te beoordelen als je Gods Woord nauwelijks kent. Om zelf te oordelen of jouw wandel op dat van Hem lijkt, moet je immers eerst goed weten hoe Hij wandelde. Lees daarom aandachtig Gods Woord. Probeer alles te begrijpen en als je ergens niet uitkomt, vraag het dan aan de Auteur. Bid hem om wijsheid en inzicht door de Heilige Geest. Hij zal je het graag geven.
Uiteraard gebruikt God mensen om Zijn Woord uit te leggen. Alleen weten we ook dat er veel dwaalleraars zijn, vooral in het einde der tijden. Daarom kunnen we nooit op de uitleg van mensen alleen vertrouwen. Zelfs niet als die mensen zogeheten theologen of kerkvaders zijn. De Bijbel zegt: ‘vest op prinsen geen vertrouwen (Psalm 146:3)’, dus we moeten met alles wat mensen ons uitleggen naar God zelf gaan. Alleen Zijn Heilige Geest kan ons leiden naar de volle waarheid (Johannes 16:13).