“Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over Zijn Koninkrijk (Jesaja 9:5-6).”
Bij deze woorden denken we natuurlijk aan Jezus Christus. Meer dan 700 jaar nadat de profeet Jesaja ze opschreef, wordt de engel Gabriël door God naar de stad Nazareth gestuurd. Hij gaat naar Maria, een jonge maagd, en verteld haar dat zij een zoon zal baren. “Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven”, zegt hij. Zo gebeurde het. Maria werd zwanger en Jezus werd geboren. Als Hij net geboren is, verschijnt er een grote hemelse legermacht die God looft met de woorden: “Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens (Lucas 2:14).”
Zo’n dertig jaar later, heeft Jezus twaalf discipelen uitgezocht en staat Hij op het punt hen uit te zenden. In zijn toespraak zegt Hij iets opmerkelijks. “Meent niet,” zegt hij “dat ik gekomen ben om vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard (Matteüs 10:34).” Dit moet een vreemde boodschap zijn geweest voor de discipelen. Waarschijnlijk waren zij allemaal wel op de hoogte van de vele profetieën, waaronder die uit Jesaja. Hij was toch de Vredevorst? Hij was toch de lang verwachte Messias die hen kwam verlossen van de onderdrukkers? Of hadden Jesaja en de hemelse legermacht het mis? Was Jezus toch niet gekomen om vrede te brengen?
“Gods Koninkrijk bestaat uit rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de heilige Geest.”
Om deze schijnbare tegenstelling beter te begrijpen, moeten we de genoemde Bijbelteksten in de context gaan lezen. Jesaja spreekt over de Vredevorst in vers 5. In het vers daarna maakt hij duidelijk waar deze Vredevorst zal regeren. Die regering en de eindeloze vrede komen volgens dit vers niet zomaar op de aarde zoals wij die nu kennen, maar op de troon van David en over zijn Koninkrijk. Een logische vraag is dan natuurlijk waar dat Koninkrijk is en wanneer het komt. Deze vraag stelde de Farizeeërs ook aan Jezus. Jezus antwoord hen: “Het Koninkrijk Gods komt niet zó, dat het te berekenen is; ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie, het Koninkrijk Gods is bij u (Lucas 17:20-21).” Het woordje ‘bij’ is een vertaling van het Griekse woord ‘entos’, wat ook vertaald kan worden met ‘in’ of ‘binnenin’. De meeste vertalingen kiezen ervoor om dit te vertalen met ‘in uw midden’. Je kunt hier uit opmaken dat Gods Koninkrijk nu nog een verborgen Koninkrijk is. Het bestaat niet uit tastbare dingen zoals een paleis en een troon. Nee, het bestaat uit rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de heilige Geest, zegt Paulus in Romeinen 14:17. Er komt ooit een tijd dat Gods Koninkrijk wel zichtbaar zal zijn voor iedereen, dat zal gebeuren op de dag dat Jezus terugkomt. “Want gelijk de bliksem flitst en van de ene kant des hemels tot de andere kant licht, zó zal de Zoon des mensen wezen op zijn dag (Lucas 17: 24).” Iedereen zal het dan dus zien en dan zal elke knie zich buigen en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Here. Maar tot die dag is Gods Koninkrijk en de vrede die daarbij hoort alleen te ervaren door degenen die er deel vanuit maken.
Laten we nu kijken naar de woorden van de hemelse legermacht na Jezus geboorte. In veel moderne Bijbelvertalingen, zoals de NBG-vertaling, staat in Lucas 2:14: “Vrede op aarde bij mensen des welbehagens.” Andere vertalingen, zoals de Statenvertaling, geven aan dat hier moet staan: vrede op aarde, in mensen een welbehagen. De NBG-vertaling lijkt het meest aan te sluiten bij onze gedachten, namelijk dat God vrede brengt onder de mensen die bij Hem horen, een selectieve groep dus. De Statenvertaling lijkt te zeggen dat God vrede op aarde brengt en in alle mensen een welbehagen heeft. Dit klinkt minder logisch, maar is wel gebaseerd op het overgrote deel van de oude handschriften. Persoonlijk ben ik van mening dat beide vertalingen een waarheid naar voren brengen. In Johannes 3:16 lees je dat God de wereld lief had en daarom zijn eniggeboren Zoon gaf. Dat sluit het meest aan bij de Statenvertaling. God had de wereld lief en Hij had een welbehagen in de mensen. De rest van Johannes 3:16 sluit weer meer aan bij de andere vertaling en wijst een selectieve groep aan, namelijk zij die geloven in Jezus Christus. God gaf dus zijn Zoon voor een ieder, omdat Hij een ieder lief had en in een ieder een welbehagen had. De keus is echter aan de mensen of zij op deze uitnodiging ingaan en dat blijkt niet iedereen te doen, waardoor dus een selectieve groep ontstaat. Vandaar dat Jezus ook zegt in Matteüs 22:14: “Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.” Hoe je Lucas 2:14 ook vertaald, de vrede op aarde is niet een opzichzelfstaand iets, maar bevindt zich ín de mensen in wie God een welbehagen heeft.
En ja, dan komt Jezus met zijn onverwachte uitspraak dat Hij niet is gekomen om vrede te brengen. Als je ook dit in de context leest, zie je dat het naar voren komt als Hij praat over relaties. De discipelen moeten overal gaan prediken dat het Koninkrijk der hemelen nabij gekomen is, zij moeten zieken gaan genezen, doden opwekken, melaatsen reinigen en boze geesten uitdrijven (Matteüs 10:8). Jezus zegt ook dat Hij iedereen die Hem zal belijden, ook zal belijden voor zijn Vader (Matteüs 10:32). Ofwel, als iemand zich niet schaamt om te zeggen dat hij bij Jezus hoort, zal Jezus zich ook niet schamen om te zeggen dat diegene bij Hem hoort. Dit is wat vooraf gaat aan de bijzondere uitspraak van Jezus. Nadat Hij zegt dat hij gekomen is om het zwaard te brengen, gaat Hij direct verder om te vertellen wat dat zwaard inhoudt. Hij is gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder. Jezus brengt dus het zwaard, ofwel scheiding, in relaties. De context maakt duidelijk dat de taak die je hebt als volgeling van Jezus Christus, de oorzaak is van deze scheiding. Mensen die geen volgeling zijn van Jezus Christus, zullen het niet op prijs stellen dat over het Koninkrijk gesproken wordt. Sommigen zullen de deur voor je dicht doen en je woorden niet willen horen (Matteüs 10:14) en onder die mensen kunnen heel goed familieleden zijn. Daarom zegt Hij: “Iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.”
“Jezus is gekomen om vrede te brengen ín mensen en niet zozeer tussen mensen.”
De conclusie die je kunt trekken uit deze Bijbelgedeelten is dat Jezus gekomen is om vrede te brengen ín mensen en niet zozeer tussen mensen. Hij kwam de relatie herstellen tussen God en mensen. Hij kwam in principe voor iedereen, maar alleen degenen die Hem aannemen, zullen de vrede ontvangen. Aan de andere kant kwam Jezus juist het zwaard, ofwel scheiding, brengen. Hij brengt scheiding tussen dat wat bij zijn Koninkrijk hoort en dat wat er niet bij hoort. Als je dus een ware volgeling van Jezus bent, is het onvermijdelijk dat er onvrede, ruzie en scheiding komt tussen jou en mensen die Hem niet volgen. Er komt scheiding in je zichtbare, tastbare en aardse leven en hoe meer jij je afscheid van dat leven, hoe meer je de vrede van het Koninkrijk van God gaat ervaren.
Als Jezus op een veulen richting Jeruzalem rijdt, zijn al zijn volgelingen vol blijdschap en zij zeggen: “Gezegend Hij, die komt, de Koning, in de naam des Heren; in de hemel vrede en ere in de hoogste hemelen (Lucas 19:38).” Wellicht verwachtte velen van hen nog steeds dat Hij hen zou gaan bevrijden van de Romeinse onderdrukkers met hun wetten en belastingen. Maar als Jezus dan dichter bij de stad komt, huilt Hij en zegt: “Och, of gij ook op deze dag verstond wat tot u uw vrede dient; maart thans is het verborgen voor uw ogen (Lucas 19:42).” De meesten hadden het nog niet begrepen. Zij dachten nog steeds dat er nu zichtbare en tastbare vrede zou komen en dat de Romeinen verdreven zouden worden. Maar Jezus was niet gekomen voor zo’n soort vrede. Hij was gekomen om de verbroken relatie tussen God en mensen te herstellen. Zij merkten niet op, dat God op deze manier naar hen omzag (Lucas 19:44).
Hoe staat het met jou? Leef je ook in de verwachting dat Jezus jou een kalm leven geeft, waarin je in vrede leeft met je familie en andere mensen? Een leven van voorspoed en rijkdom? Zet dit dan maar uit je hoofd, zou Jezus zeggen. Wanneer je echt voor zijn Naam uitkomt en gaat doen wat Hij zegt, zullen mensen zich aan je storen. Ze zullen je uitlachen, vervloeken, wegsturen, belasteren en vervolgen. Jezus roept je echter op, om Hem op de eerste plaats te zetten, ook al gaat dit ten koste van een relatie met wie dan ook. Hij bemoedigd je gelukkig ook. Hij zegt in Matteüs 10:29-31: “Worden niet twee mussen aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader. En de haren van uw hoofd zijn ook alle geteld. Weest dan niet bevreesd: gij gaat vele mussen te boven.”
Vrede in relaties kan op deze aarde dus ver te zoeken zijn. Sterker nog, echte vrede tussen twee mensen is niet mogelijk wanneer niet beiden volgelingen van Jezus Christus zijn. Licht en duisternis kunnen immers niet samengaan (2 Korinthiërs 6:14). Gelukkig kunnen wij nu al leven met een heerlijke, alles overstijgende vrede in onze ziel. De vrede die hoort in het Koninkrijk van God. Vrede met God door Jezus Christus.