Moeten wij iets doen om behouden te worden of zijn we daarin volledig afhankelijk van God? Petrus beantwoord die belangrijke vraag. Een aantal mensen hebben geluisterd naar zijn boodschap over Jezus Christus en zijn daardoor diep geraakt. Ze vragen aan de apostelen: “Wat moeten wij doen, mannenbroeders?”. Petrus zegt niet dat zij volledig machteloos zijn, maar legt uit welke stappen zij moeten zetten.
Wat wij moeten doen
Uit de toespraak van Petrus blijkt dus dat wij wel degelijk wat moeten doen. Hij zegt:
“Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen”. (Handelingen 2:38)
Wij moeten ons dus bekeren, laten dopen en de gave van de Heilige Geest ontvangen. Dat zijn drie praktische stappen die wij moeten zetten als wij behouden willen worden. Het zijn, om met Bijbelse woorden te spreken, dingen die wij moeten doen. Het moet echter duidelijk zijn dat er aan deze drie stappen iets belangrijks voorafgaat. De belangrijke eerste stap staat beschreven in het vers ervoor:
En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders? (Handelingen 2:37a)
Eerst geloven
De mensen werden dus eerst diep in het hart geraakt. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt voor ‘diep geraakt worden’, is katanyssomai wat ook vertaalt kan worden met gestoken of gesneden worden. Zij werden dus als het ware door het hart gestoken, wat aantoont dat de boodschap hen niet alleen raakte, maar ook pijn deed.
De reden waarom deze boodschap pijnlijk moet zijn geweest, vinden we een paar verzen daarvoor, waar Petrus zegt: “…deze Jezus [..] hebt u gevangengenomen en door de handen van onrechtvaardigen aan het kruis gespijkerd en gedood (Handelingen 2:23)”. Petrus draait er dus niet omheen, en maakt duidelijk dat zij schuldig zijn aan Jezus’ dood. Wanneer ze nu dus inzien wie Jezus werkelijk is, kunnen ze niet anders dan diep berouw hebben. Dat is de pijn die hen door het hart snijdt.
Het feit dat Petrus’ toehoorders die pijn ervaren, wijst ons ook op iets positiefs. Ze kunnen die pijn namelijk alleen voelen als ze ook geloven dat Jezus daadwerkelijk de Here en de Messias of de Christus is (Handelingen 2:36). Dit geloof is dus wat hen ertoe drijft om de prangende vraag te stellen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders? Het geloof wakkert bij hen duidelijk en direct een verlangen aan om iets te doen. Zij beseffen dat zij verschrikkelijke fouten hebben gemaakt en willen zich met God verzoenen. Zij die hierna daadwerkelijk gehandeld hebben, hebben gehoorzaamheid bij hun geloof gevoegd (Johannes 3:36). Van hen kunnen wij zeggen dat zij een waar geloof hebben ontvangen.
Stilgezet en geraakt worden
Nog voordat de mensen geloofden, werden zij stilgezet door het werk van de Heilige Geest (Handelingen 2:1-13). Toen hun aandacht getrokken was, bracht dit een opening voor Petrus om het Woord van God met hen te delen. Doordat zij het Woord hoorden, kwamen zij tot geloof (Romeinen 10:17). Het stilgezet worden en de gave van geloof komen dus beide van God. Het is iets dat God in het hart werkt. Dat onze behoudenis afhankelijk is van God, klopt dus. Want als God niet had stilgezet en gesproken, was er niemand tot geloof gekomen.
Toch gaat dit stilzetten niet gepaard met dwang. Je kunt weigeren stilgezet te worden. Ook dat zien we gebeuren in ditzelfde hoofdstuk. Er zijn namelijk mensen die spotten en zeggen dat de apostelen te veel wijn hebben gedronken (Handelingen 2:13). We mogen aannemen dat zij zijn weggelopen. De anderen zagen wat gebeurde wél als een belangrijk signaal en vroegen aan elkaar: “Wat wil dit toch zeggen (Handelingen 2:12)?” Zij zijn degenen die naar Petrus geluisterd hebben en geraakt werden. Maar ook zij hadden hierna nog de keuze om de oproep van Petrus niet te gehoorzamen.
Veel mensen denken dat het voldoende is om diep geraakt te worden, of dat een dergelijke ervaring hun redding is. Zij geloven dat God hen in het hart heeft gegrepen en dat het daarom goed is met hun ziel. Helaas is dit een groot misverstand. Pas ná de aanraking wordt namelijk de vraag gesteld: “wat moeten wij doen?” Petrus zegt niet: “Het is al goed; God heeft jullie al aangeraakt.” Nee, hij geeft juist opdrachten en doet daarna ook nog een dringende oproep: “Laat u behouden uit dit verkeerd geslacht”. Die oproep toont duidelijk aan dat zij nog niet behouden waren. Ze zullen de boodschap moeten aanvaarden en erop reageren, dan pas kun je spreken over een waar geloof.
Wat God al heeft gedaan
We zien dat na de toespraak van Petrus ongeveer 3000 zielen het woord aanvaarden en zich laten dopen. Zij zijn dus eerst diep in het hart geraakt en hebben vervolgens de stappen gezet die Petrus hen had voorgeschreven. Hun redding was uiteraard van God afhankelijk. Hij was het die hen stilzette door het werk van de Heilige Geest. Hij was het ook die hen geloof schonk. Bovendien had Petrus eerst uitgelegd wat God allemaal al had gedaan om hen te redden:
- God heeft Jezus gezonden en Hem aangewezen als de gezalfde (Christus of Messias). Dit wil zeggen dat Hij de enige middelaar is tussen God en mensen. Jezus is de enige weg tot behoud. (Handelingen 2:22, 36; Johannes 14:6)
- Jezus heeft Zichzelf gegeven aan het kruishout en heeft daarbij onze zonden op Zich genomen (Handelingen 2:23; 1 Petrus 2:24)
- Jezus is opgestaan uit de dood en heeft de dood ook voor ons overwonnen (Handelingen 2:24; Romeinen 6:4)
- Jezus heeft de Heilige Geest gezonden Die ons overtuigt (Handelingen 2:33; Johannes 16:8)
Petrus omschrijft hier dus vier handelingen die God al heeft ondernomen om mensen te redden. Zonder deze handelingen van God, zouden we reddeloos verloren zijn. Pas na de vierde handeling, het zenden van de Heilige Geest, worden wij opgeroepen om ons deel te doen. Wij moeten geloven (1), ons bekeren (2), ons laten dopen (3) en de Heilige Geest ontvangen (4). Zij die bereid zijn deze stappen te zetten, zullen behouden worden.
Wij moeten reageren op wat God al heeft gedaan
We zien in de vier handelingen van God en die van de mens een prachtig hemels patroon. Elke stap van God, vraagt om een logische reactie van onze kant. Dit valt op zodra je de stappen zoals omschreven in Handelingen 2 naast elkaar zet:
Wat God heeft gedaan | Wat wij moeten doen |
---|---|
1. God wijst Jezus aan als de Christus, de enige weg tot behoud (vers 22 en 36) | 1. Wij moeten ons laten stilzetten, luisteren en geloven dat Hij dat is (vers 37) |
2. Jezus heeft betaald voor onze zonden (vers 23) | 2. Wij moeten ons bekeren van deze zonden (vers 38) |
3. Jezus is gestorven en na drie dagen opgestaan uit de dood (vers 24) | 3. Wij brengen door onze doop ook ons oude leven ter dood, om daarna een nieuw leven te leiden (vers 38) |
4. Jezus zendt de Heilige Geest (vers 33) | 4. Wij moeten de Heilige Geest ontvangen (vers 38) |
We zien dat Gods stappen, zoals Petrus die hier uitlegt, exact laten zien wat onze stappen moeten zijn. Onze stappen zijn geen losstaande acties die we moeten afwerken als een soort actielijstje. Nee, onze stappen zijn weloverwogen handelingen in reactie op wat God eerst heeft gedaan. Wij kunnen onze stappen enkel zetten omdat God eerst een Weg heeft gemaakt. Wie dus op enig moment denkt zijn behoudenis zelf te kunnen bewerkstelligen, heeft het mis. Maar omdat God de Weg reeds heeft bereid, kunnen we nu wel kiezen om daarop te wandelen. Onze handelingen zijn logische stappen die wij zetten om aan te komen bij de eindbestemming en behouden te worden.
God behoudt; wij moeten ons laten behouden
Stilgezet en geraakt worden is nog niet genoeg. Onze weg naar behoud begint pas bij geloof. Dit geloof wil God ons geven, als wij bereid zijn stil te staan bij het werk van de Heilige Geest. Wat de Geest doet op dit moment is de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:8). Zijn wij bereid stil te staan bij deze overtuigingen van Gods Geest? Zijn we bereid ons af te vragen wat dit toch betekent? Geven we er aandacht aan, zoals ook Mozes zijn aandacht liet trekken door de brandende braambos? Dan kan God tot ons spreken en kunnen wij het geloof ontvangen. Vervolgens kunnen wij er voor kiezen ook onze stappen te zetten om behouden te worden. Onze redding is van God afhankelijk, maar Hij heeft alles wat daarvoor nodig is al gedaan. Nu ligt het heft in onze handen.
Je kunt Gods Geest ook negeren en Degene die spreekt afwijzen (Hebreeën 12:25). Na een aanraking kun je besluiten je niet te bekeren, je niet te laten dopen en de Heilige Geest niet te ontvangen. Je kunt dit allemaal doen, omdat God wil dat jij vrijwillig voor Hem kiest (Jozua 24:15). Hij wil dat jij je niet verhardt (Hebreeën 4:7) en Hij roept je op zijn Woord te aanvaarden (Handelingen 2:40-41).
De oproep van Petrus is duidelijk, hij zegt: “laat u behouden uit dit verkeerd geslacht”. Wij behouden niet onszelf. Nee, God heeft alle stappen al gezet om onze behoudenis mogelijk te maken. Nu moeten wij ons laten behouden. Deze oproep werd overigens ook al gedaan in het boek Jesaja. God zegt daar zelf: “Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders (Jesaja 45:22).”
Verhard je niet
God behoudt, maar wij moeten ons wenden en laten behouden. God wil dat alle mensen behouden worden (Timotheüs 2:4) maar Hij zal niemand daartoe dwingen (2 Thessalonicenzen 2:10). Ben je nog niet op weg naar je behoudenis, ga dan in op de oproep die in de hele Bijbel weerklinkt. Sta stil bij het werk wat de Heilige Geest doet op dit moment. Luister naar Gods Woord en kom tot geloof.
Ben je reeds tot geloof gekomen dan moet je bezig zijn met de stappen die Petrus ons heeft gegeven. Aarzel niet met die stappen, want een aanraking kun je weer vergeten. De pijn in je hart, kan weer wegebben. Daarom geldt ook nu nog de oproep voor hen die reeds gelovig zijn: Heden, indien u Zijn stem hoort verhard dan uw hart niet (Hebreeën 3:7).
Dit is een samenvatting van de Bijbelstudie gehouden te Tamanredjo (Suriname) op 20 mei 2023. We zullen volgende keer dieper ingaan op wat volgt na het ontvangen van geloof: de bekering.