Zie, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij van Hem gehoord! Wie zou dan den donder Zijner mogendheden verstaan? (Job 26:14)
Een tropische donderbui in Suriname maakt me klein. Ik besef weer even dat ik helemaal niets voorstel. Alles wat ik heb en ben kan in een klap vernietigd worden. En wie ben ik dan om iemand daarvan de schuld te geven?
Toch weet ik dat ik van waarde ben. Zo klein, maar toch belangrijk. Gezien door mijn Schepper.
Soms zeg ik wat over Hem. Ik denk Hem te begrijpen. Soms leg ik anderen uit hoe Hij te werk gaat. Ik probeer woorden te geven aan Zijn wijsheid. Maar wanneer Hij Zijn donder laat horen, ben ik stil.
Geloven in Hem, is geen prestatie. Horen bij Hem is geen verdienste. Het is groots en onbevattelijk, ongrijpbaar en onvergelijkbaar.
En toch, toch is het beschikbaar.
Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing; (1 Korinthe 1:30)
Leestip: Job 26, 1 Korinthe 1:18 – 2:16