De kracht van godsvrucht

Zij hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend (2 Timotheüs 3:5).

In de tweede brief aan Timotheüs, schrijft Paulus over hoe bepaalde mensen zullen zijn in de laatste dagen. Hij noemt 19 negatieve kenmerken die zorgwekkend veel voorkomen onder de huidige wereldbevolking. Niemand kan ontkennen dat we steeds meer liefdeloze, egoïstische, ik-gerichte, ongehoorzame, mateloze en wrede mensen tegenkomen.

Als we dit gedeelte goed bestuderen, kunnen we echter zien dat Paulus het niet zozeer heeft over mensen van de wereld. Hij zegt namelijk dat deze mensen een schijn van godsvrucht hebben. Het lijkt er op het eerste gezicht dus op dat zij God dienen.

Om te begrijpen wat Paulus hier bedoelt kunnen we onszelf twee vragen stellen:

  1. Wat is die godsvrucht, waarvan bepaalde mensen een schijn hebben?
  2. Wat is de kracht van die godsvrucht, die zij verloochenen?

Wat is Godsvrucht?

Godsvrucht is een vertaling van het Griekse eusebeia. Eusebeia is opgebouwd uit twee woorden: eu en sebomai. Eu betekent goed en sebomai betekent vereren, aanbidden of toegewijd zijn. Goed vereren dus. Ik vermoed dat de vertalers veel moeite hebben gehad met dit woord. In de Statenvertaling gebruikte men namelijk nog het woord godzaligheid, terwijl men in de Herziene Statenvertaling voor godsvrucht heeft gekozen.

Beide vertalingen lijken niet helemaal de lading te dekken. Bij godzaligheid denk je namelijk al snel aan het gelukkig (zalig) zijn in of door God, maar het zegt weinig over wat dat voor effect, of uitwerking heeft. Godsvrucht lijkt juist meer te gaan over de uitwerking, of vrucht, maar zegt weer te weinig over hoe die vrucht tot stand komt.

De Engelse vertalers kiezen meestal voor godliness. Bij dit woord denk je eerder aan een gezindheid of richting, zoals ook worldliness wereldsgezindheid betekent. Als je de grondtekst onderzoekt zou je tot de conclusie kunnen komen dat we een woord nodig hebben dat ongeveer tussen de Nederlandse en Engelse vertaling inzit. Eusebeia gaat zowel over de gezindheid (op God gericht), als over de uitwerking van die gezindheid (vereren). Het gaat over onze houding naar God en de vrucht daarvan. Onze houding moet op God gericht zijn in alle oprechtheid. Alleen op die manier kunnen we Hem namelijk goed vereren.

Godsvrucht is dus het vereren van God, met de juiste hartsgesteldheid. Een godsvruchtig persoon is op God gericht en vanuit die houding doet hij of zij ook wat God wil.

God goed vereren

Het woordje sebomai wordt ook los gebruikt in de Bijbel, dus zonder eu ervoor. Het gaat dan vaak over mensen die God vereren met hun mond, terwijl hun hart niet op God gericht is (zie bijv. Mattheüs 15:7-9). Wellicht kiest Paulus daarom voor het woord eusebeia. Hij wil misschien benadrukken dat je God niet alleen moet aanbidden, maar dat je dat ook góéd moet doen. Goed vereren dus, of goed toegewijd zijn. Goed vereren kun je alleen doen als je oprecht bent. Zo zei Jezus ook dat de waarachtige aanbidders, zullen aanbidden in geest en waarheid (Johannes 4:23).

Mensen met een schijn van godsvrucht lijken op het eerste gezicht wel God te aanbidden. Ze doen religieuze dingen, zoals bidden en zingen, maar hun hartsgesteldheid is verkeerd. Ze aanbidden wel, maar zijn niet op God gericht. Als je 2 Timotheüs 3:1-5 doorneemt, zie je dat deze mensen eigenlijk meer van zichzelf houden. Ze zeggen dus wel dingen voor God te doen, maar in hun hart zijn ze op zichzelf gericht.

Dit op jezelf gericht zijn, zien we veel terug in de mensheid van vandaag. Veel mensen doen wel goede dingen, maar zijn daarmee stiekem op zoek naar eer, rijkdom of macht. Zij die wel op God gericht willen zijn, moeten er voortdurend voor waken dat trots niet de kop opsteekt en hen weer ik-gericht maakt.

We kunnen dit verduidelijken met een bekend voorbeeld over geld geven aan een goed doel. God zegt dat we dit soort dingen in het verborgene moeten doen en dat Hij ons ervoor zal belonen. De meeste mensen hebben hier moeite mee. Het voelt zo goed als we een bedankje of complimentje krijgen. We laten maar wat graag ons ego strelen. We erkennen het misschien niet graag, maar ten diepste is de oorzaak hiervan onze ik-gerichtheid. Hoe vaker we ons ego laten strelen, hoe trotser we worden. We moeten hiertegen vechten want als we hier op aarde eer ontvangen van mensen, zullen we het loon van God mislopen.

We moeten goed doen, omdat we God willen vereren, niet onszelf.

De kracht van godsvrucht

De tweede vraag waar we ons mee bezig houden gaat over de kracht van godsvrucht. De mensen waar Paulus over schrijft, hebben namelijk de kracht van godsvrucht verloochend. Dat wil dus ook zeggen dat er kracht zit in godsvrucht. Wat is die kracht dan? En waarom hebben zij die verloochend?

Om te ontdekken wat de kracht van godsvrucht is, kunnen we simpelweg kijken naar andere Bijbelgedeelten waar het woord voorkomt. Een van die gedeelten is 2 Petrus 1. Petrus schrijft hier over de groei van het leven als Christen. Hij begint met geloof en deugd. Daarna noemt hij kennis, zelfbeheersing en volharding. Na volharding noemt hij godsvrucht en als laatste de broederliefde en de liefde jegens allen.

We zullen nu niet te veel ingaan op deze ontwikkeling die Petrus omschrijft, maar blijven bij ons onderzoek naar de kracht van godsvrucht. Godsvrucht komt namelijk ook in deze opsomming voor. Het is iets dat volgt na deugden, kennis, zelfbeheersing en volharding. Daaruit kun je al opmaken, dat het meer is dan alleen goede dingen (deugden) doen. Het is gegroeid door het leren kennen van God in een persoonlijke relatie (kennis). Zelfbeheersing, ofwel het beteugelen van de ik-gerichtheid, heeft bijgedragen en volharding heeft onze blik nóg meer op God gericht. We zijn zodanig gegroeid dat we de Christelijke plichten niet meer zomaar vervullen, maar dat we het nu echt doen tot eer van Hem, uit liefde.

Petrus geeft deze opsomming in vers 5 tot 7 en koppelt dit uiteindelijk aan het binnengaan in het eeuwige Koninkrijk (2 Petrus 1:11). Ik dacht hierbij aan Mattheüs 7:15-23. Ook daar komen mensen bij die poort van het Koninkrijk. Er zijn mensen bij die veel goede dingen hebben gedaan (deugden). Zij hebben zelfs ‘Heere, Heere’ geroepen. Je kan dus zeggen dat deze mensen hebben aanbeden (sebomai). Echter hebben zij niet goed aanbeden (eusebeia). Ze hebben wel goede dingen gedaan, maar Jezus zegt dat Hij hen niet kent. Ze hebben Hem dus niet gekend in een persoonlijke relatie, laat staan dat zij godsvrucht hebben gehad.

Mattheüs 7:21 maakt vervolgens duidelijk dat alleen zij die de wil van de Vader doen, het Koninkrijk der hemelen mogen binnengaan. Daar wordt dus de kracht van godsvrucht zichtbaar. Een mens met godsvrucht doet wat God wil, met de juiste hartsgesteldheid. Mensen die zo leven zullen binnengaan in het Koninkrijk der hemelen.

Je kunt zoveel goede dingen doen. Je kunt precies doen wat de Bijbel voorschrijft. Toch is het mogelijk dat je dit doet met de verkeerde houding. Je kunt het doen voor persoonlijk gewin. Dat is precies wat de mensen uit Mattheüs 7:15-23 en 2 Timotheüs 3 hebben gedaan. Ze hebben de kracht van de godsvrucht verloochend omdat zij zichzelf meer hebben liefgehad dan God. Ze vinden kracht in tijdelijke aardse zaken. Zaken als eten, drinken, eer, macht, geld en alle andere kenmerken die Paulus noemt in 2 Timotheüs 3.

De les voor ons

Dit Bijbelgedeelte moet ons aanmoedigen onszelf te onderzoeken. Wij moeten weten dat onze reis naar God altijd begint met geloof, maar dat we daarna ook moeten doorgroeien. We moeten op een gegeven moment godsvruchtige mensen worden. Worden we dit niet, dan kunnen we wellicht concluderen dat ons geloof dood is. Daarom zegt Paulus ook, beproeft uzelf of u wel in het geloof bent (2 Korinthe 13:5).

We moeten ook de kracht van deze groei niet onderschatten. Voor sommige mensen zal het vreemd klinken dat er kracht zit in godsvrucht. Zij zullen misschien zeggen dat het alleen geloof is waardoor we zalig worden. We moeten echter ook deze Bijbelse woorden aannemen als waarheid. Er is niet alleen kracht in geloof, maar ook in godsvrucht. Het begint natuurlijk allemaal bij geloof, maar Petrus maakt wel duidelijk dat ons, door de ontwikkeling van onder andere godsvrucht, rijkelijk toegang zal worden verleend tot het Koninkrijk der hemelen.

We mogen dus concluderen dat een waar geloof altijd wordt gevolgd door godsvrucht en dat het actief ontwikkelen hiervan, een belangrijke opdracht is. Zonder de ontwikkeling van godsvrucht zal ons geloof mogelijk zelfs schipbreuk leiden. Als we onze trots immers de ruimte geven en weer ik-gericht worden, liggen veel andere zonden op de loer. We zullen snel afdwalen en mogelijk zelfs weer overmeesterd worden door het kwaad (2 Petrus 2:20).

Wat een troost en bevestiging dat Petrus zegt dat God de godsvruchtigen voor de verzoekingen van dwaalleraars zal behoeden (2 Petrus 2:9). Godsvrucht voorkomt dus dat je in verzoeking komt. Het maakt je sterk tegen de misleidingen van dwaalleraars. Juist omdat dwalingen altijd een beroep doen op je ik-gerichte verlangens, is godsvrucht hiertegen een krachtig wapen. Wie niet meer ik-gericht is, is niet te verleiden. Wie godsvruchtig is zal niet overmeesterd worden door het kwaad!

Laten we dus godsvruchtige mensen worden. Geloof en doe wat God je zegt. Leer Hem kennen, jezelf te beheersen en te volharden. Wordt godsvruchtig. Leg alles af wat je nog doet voor je eigen eer. Laten we alles doen tot Gods eer (1 Korinthe 10:31). Laat mensen maar denken dat we krachteloos zijn, omdat we hier op aarde misschien weinig bezitten of niets voorstellen. Wij kennen de kracht van godsvrucht en zullen rijkelijke toegang krijgen tot Zijn Koninkrijk.

Dit is een samenvatting van de Bijbelstudie gehouden te Tamanredjo (Suriname) op 22 april 2023.