“Bekeer u en laat ieder van u zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen”. (Handelingen 2:38)
Wat Petrus hier zegt, is het antwoord op de vraag: “Wat moeten wij nu doen, mannenbroeders?”. Hij noemt drie dingen, maar we mogen uit het voorgaande vers opmaken dat er al iets gebeurd is in de harten van de mensen. Zo hebben we de vorige keren al stilgestaan bij het geloof en de bekering. Vandaag zullen we de doop bespreken.
Gelovigen moeten gedoopt worden
Petrus noemt dingen die mensen ‘moeten’ doen. Het is niet een vrijblijvend lijstje van dingen waaruit je kunt kiezen. Nee, we zagen eerder al dat Petrus in zijn toespraak vier dingen aanhaalt die God heeft gedaan en dat God op al die dingen ook een passende reactie verwacht.
Christenen zijn het er meestal over eens dat geloof en bekering absoluut nodig zijn. Ook geven de meesten wel toe het allemaal niet uit eigen kracht te kunnen en daarom de Heilige Geest nodig te hebben. Maar dan staat er tussen die dingen nog die doop. Velen neigen er toch naar om dit optioneel te maken. Is de doop wel echt zo belangrijk?
Om die vraag te beantwoorden kunnen we simpelweg de Evangeliën, Handelingen en de brieven van Paulus doorlezen. We zien dan allereerst Jezus die natuurlijk zelf ook gedoopt wordt. Hij geeft later de opdracht om alle volken tot Zijn discipelen te maken en hen te dopen. Ook noemt Hij de doop als iets dat voorafgaat aan zalig worden (of gered worden). Hij zegt namelijk:
Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden… (Markus 16:16a)
Als je verder leest, zie je dat iedereen die tot geloof komt direct daarna gedoopt wordt. Dit geldt zowel voor besneden Joden als voor onbesneden heidenen. Ook Paulus wordt gedoopt om ‘zijn zonden te laten afwassen’ (Handelingen 22:16).
Waarom de doop zo belangrijk is
Dat de doop belangrijk is, wordt ons in het Nieuwe Testament wel duidelijk. Maar het is ook goed om te weten waarom het zo belangrijk is. Dit kunnen we ontdekken door ons te verdiepen in de geschiedenis van het volk Israël. Paulus noemt hun doortocht door de rode zee namelijk ook een doop (1 Korintiërs 10:2). Hij wijst ons hier dus op een profetisch beeld.
Israëls doop
Het volk Israël trekt op wonderlijk wijze door de rode zee, doordat God er een pad doorheen maakt. We weten allemaal wat daar met de Egyptenaren gebeurde; zij verdronken. Aan de overkant van de zee klom als het ware een nieuw volk op het droge. Israël was bevrijd van de oude slavenmeester en kon aan een nieuw leven beginnen.
Om te begrijpen hoe belangrijk de doop is, moeten we eens bedenken wat er met de Israëlieten zou zijn gebeurd als ze niet door de zee waren getrokken. Farao’s plan was om Israël terug te halen en opnieuw tot slaaf te maken. Waren ze niet door de zee getrokken, dan was hij daar zeker in geslaagd. Het water van de zee bracht een definitieve scheiding tussen Egypte en Israël. Het maakte voor Israël een nieuwe start mogelijk.
Natuurlijk verlangde Israël soms nog naar de vleespotten van Egypte, maar ze konden er onmogelijk meer naar terugkeren. Al zouden ze dat proberen, dan zouden ze weer aankomen bij de oever van de zee. Ze zouden de rottende lijken van de Egyptenaren ruiken en hun kapotgeslagen wagens zien liggen. Egypte, zoals zij dat kenden, was dood en daar zouden ze door hun doop in de zee aan herinnerd blijven worden.
Onze doop
De geschiedenissen beschreven in de Bijbel zijn ons tot voorbeeld geschied, zo zegt ook Paulus (1 Korintiërs 10:6). Wij komen na tot geloof te zijn gekomen en ons bekeerd te hebben ook aan de oever van de zee. Achter ons zijn de stofwolken zichtbaar. De satan zit ons achterna, met al zijn trawanten. Hij hitst onze vrienden, familie en zelfs onze vijanden op. Ze willen allemaal dat we blijven en willen ons gebruiken om hun steden te bouwen (hun doelen te bereiken). Ze willen niet dat we veranderen, want dan kan het wel eens zijn dat hun plannen in duigen vallen.
Welke keuze maken we? We zijn al zover gekomen. Keren we nu weer terug? Of blijven we staan nadenken aan de oever?
Velen blijven erover nadenken. Ze komen met mensen in aanraking die een andere leer verkondigen. Ze laten zich vertellen dat de doop niet zo belangrijk is, maar dat het meer gaat om wat er in het hart gebeurt. Wel, besef goed dat de Egyptenaren geen boodschap hadden aan het geloof en de bekering van het hart. Zij zagen nog steeds dat slavenvolk dat teruggehaald moest worden. Zo zien ook satan en de wereld niet wat er in ons hart gebeurt.
We moeten daarom niet alleen geloven met ons hart, maar ook belijden met onze mond zegt Paulus (Romeinen 10:9). De doop is als het ware een hele duidelijke belijdenis. De wereld zal na onze doop weten dat we niet langer bij haar horen en ook wij zullen steeds aan onze keuze herinnerd worden. Zo is de doop een gedenkteken of mijlpaal in het leven van een gelovige.
Dopen om behouden te worden uit de wereld
Het beeld van het volk Israël maakt duidelijk waar de doop voor bedoeld is. Het brengt een scheidslijn tussen de gelovige en de wereld. Watchman Nee merkt terecht op dat de behoudenis meer met de wereld te maken heeft dan met hel of hemel (Watchman Nee, 1972). We worden namelijk behouden of gered uit de wereld. De wereld gaat verloren door de zonde, maar wij willen niet met haar verloren gaan. Als wij dus behouden willen worden, zullen we los moeten komen van de wereld en bevrijd moeten worden van de zonde.
In de Bijbel komen ook veel verzen voor die zeggen dat we door geloof alleen eeuwig leven zullen ontvangen (zie bijv. Johannes 3:16). De doop wordt daar niet genoemd. Dit klopt helemaal. Geloof is de absolute voorwaarde waaraan we moeten voldoen om eeuwig leven te krijgen. We zien zo ook de moordenaar aan het kruis die niet gedoopt is, maar toch in het Paradijs mag komen. We moeten echter begrijpen dat dezelfde moordenaar zeker zou zijn gedoopt als hij in leven was gebleven. Hij werd door de fysieke dood al afgescheiden van de wereld en zou dus ook nooit meer door haar kunnen worden verleid. Voor iedereen die niet direct fysiek sterft is het echter nodig om toch ook te sterven en met Christus begraven te worden door de doop (Colossenzen 2:12).
Dopen om te volharden
Als de moordenaar net als ons in leven zou zijn gebleven, zou de vijand hebben geprobeerd hem terug te halen. Hij zou door zijn geloof de belofte van eeuwig leven hebben gekregen, net als ons, maar hij zou dan ook worden opgeroepen om het begin van zijn verzekerdheid tot het einde onverwrikt vast te houden (Hebreeën 3:14).
Wij kunnen volharden tot het einde mits wij behouden worden uit de wereld. We moeten gaan inzien dat de doop zo hard nodig is voor onze behoudenis. Zonder de doop missen we de krachtige belijdenis en worden we zoveel gemakkelijker gevangengenomen door de troeven van de vijand. Niet voor niks zegt de Bijbel ons dat de doop bedoeld is om de zonden af te wassen (Handelingen 22:16) en ons geweten te reinigen (1 Petrus 2:20-21).
Zondige begeerten en een vervuild geweten zijn precies de twee gebieden waar de vijand ons vaak aanvalt. Hij zal ons herinneren aan de vleespotten van Egypte, ofwel de verleidelijke dingen uit ons oude leven. Als dat niet werkt, zal hij ons herinneren aan onze fouten en zo ons geweten bezwaren. Veel mensen bezwijken onder deze aanvallen. Hoe belangrijk is het dus, dat wij ons laten dopen en op deze twee gebieden reiniging ontvangen.
Volharden om niet af te vallen
Een gevaarlijke en alom geaccepteerde leer is dat iemand die tot geloof is gekomen nooit meer kan afvallen van het geloof. Dat is in mijn ogen ook de reden dat velen bekering niet zo serieus nemen, de doop overslaan en zich niet uitstrekken naar de Heilige Geest. Echter leert de Bijbel ons iets heel anders. De Bijbel roept voortdurend op om te overwinnen (o.a. Openbaring 2:7), door te gaan (o.a. 1 Korintiërs 9:24-27), vast te houden (o.a. Hebreeën 3:6,14; 1 Korintiërs 15:2), het geloof te behouden (2 Timotheüs 4:7), het eeuwige leven te grijpen (o.a. 1 Timotheüs 6:12) enzovoorts.
We zagen tijdens een eerdere studie al dat geloof alleen niet voldoende is. Een waar geloof wordt altijd gevolgd door werken, zoals bekering. Uiteindelijk moeten deze werken, die voortkomen uit het geloof, ervoor zorgen dat we het einddoel behalen. Petrus zegt: “…en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen (1 Petrus 1:9)”. De zaligheid van onze ziel, ofwel het eeuwige leven, is het einddoel van ons geloof. Geloof is de absolute voorwaarde om hier aanspraak op te kunnen maken, maar we moeten dit geloof dan wel vasthouden tot het einde.
We zien verderop in de brief van Petrus dat er ook nog andere krachten strijden tegen onze ziel, namelijk de vleselijke begeerten (1 Petrus 2:11). We kunnen uit de waarschuwingen absoluut opmaken dat het nog geen gewonnen strijd is. Ja, zolang we in Christus blijven kan niets en niemand ons scheiden van Gods liefde (Romeinen 8:39), maar we moeten dan wel in Hem blijven. Niet voor niets roept Jezus zelf ons ook daartoe op (Johannes 15:5).
Dopen helpt je om in Jezus te blijven
De oproep van Jezus om in Hem te blijven, moeten we meer dan alles serieus nemen. Natuurlijk zullen we daar het beste in slagen als we ook doen wat Hij ons heeft opgedragen. Ik geloof dat het daarom noodzakelijk is dat we ons laten dopen. Het is iets dat Hij ons heeft gegeven om te volharden en behouden te worden. Er zullen zeker ongedoopte mensen in de hemel komen, maar het is gevaarlijk om willens en wetens deze doop af te wijzen.
Jezus heeft gezegd ‘wie geloofd heeft en gedoopt zal zijn’. Veel vertalingen gebruiken hier een voltooide tijd, wat in mijn ogen terecht is. Dit komt namelijk overeen met al de aanmoedigingen die we hierboven hebben besproken. Jezus zegt niet dat wie niet gedoopt is verloren gaat. Hij geeft alleen maar aan dat wie volhard heeft in zijn geloof en gedoopt zal zijn, behouden zal worden. Volharden in geloof alleen is voldoende, maar de doop zal er mede voor zorgen dat dit mogelijk wordt.
Ik denk dat we deze uitspraak kunnen verduidelijken met een voorbeeld. Als je iemand de weg naar een bepaalde stad uitlegt, kun je zeggen: “als je die route volgt, zul je er komen”. Maar tegen een ander zou je kunnen zeggen: “als je die route volgt en niet meer van het pad afgaat, zul je er komen.” Je kunt dit laatste erbij zeggen, omdat je weet dat veel mensen de route nooit meer terugvinden als ze eenmaal van het pad zijn afgedwaald. De route volgen blijft de absolute voorwaarde om bij de stad te komen, maar ‘niet van het pad afgaan’ helpt om te voldoen aan die voorwaarde. Zo helpt de doop ons op het pad van het geloof.
De doop afwijzen
Er zullen ongedoopte mensen in de hemel zijn, waarvan de gekruisigde moordenaar er een is. Toch is de doop iets dat God ons heeft gegeven om behouden te worden uit deze wereld. Wanneer mensen dit niet weten, zal hen dat ongetwijfeld niet kwalijk worden genomen (zie bijv. Handelingen 17:30). Maar wanneer mensen het wel weten, wordt het eigenlijk direct een zaak van het hart. Wat is namelijk de reden dat iemand zich wel of niet laat dopen?
Dopen om erbij te horen, telt uiteraard niet. Ook een doop waaraan geen geloof en bekering vooraf zijn gegaan, zal niets uitwerken. Je hoort dan namelijk niet bij Gods volk en zal eerder vergaan als de Egyptenaren, dan dat je een nieuw leven start. Misschien is dit ook de reden dat mensen die zomaar gedoopt worden hierna een veel moeilijker leven krijgen en erger gaan zondigen. Zolang je niet gelooft en bereid ben je te bekeren, zul je doop moeten afwijzen. God kijkt naar het hart en ziet alles. Hij is niet om te kopen met een religieuze handeling. Er zullen zeker gedoopte mensen worden geweigerd bij de hemelpoort.
Weiger de doop niet uit angst
Anderen geloven echter wel en zien ook de noodzaak van bekering, maar weigeren toch zich te laten dopen. Zolang iemand niet inziet dat God dit verlangt, zou je wellicht over onwetendheid kunnen spreken. Maar ik heb ook veel mensen ontmoet die zich niet laten dopen uit angst voor mensen. Wat zal mijn familie zeggen? Of mijn vrienden? Deze angst is zeer zorgelijk en wijst juist op een gebrek aan een waar geloof. Geloven we dan wel echt dat Jezus alleen ons kan zalig maken?
Onze familie en vrienden zullen ons straks niet de hemelpoort binnen helpen! Jezus zelf zei niet voor niks dat Hij zich zal schamen voor eenieder die zich voor Hem schaamt. Ook gaf Hij aan dat eer (goedkeuring) verlangen van mensen een blokkade is om tot (waar) geloof te komen (Johannes 5:44). Angst voor mensen wijst erop dat we nog steeds hun goedkeuring zoeken.
God ziet het hart aan
Voor alle mensen geldt dat God naar het hart kijkt. Ontbreekt het je aan geloof en wil je je niet bekeren? Dan zal de doop je ook niets verder helpen. Ook kun je je nooit verheffen boven anderen omdat je bent gedoopt, want daarvoor is de doop niet bedoelt. Het is slechts bedoeld om jou te behouden uit dit verkeerde geslacht. Het zou je juist nederiger moeten maken.
God ziet ook het hart van wie zich niet laten dopen. Ben je werkelijk onwetend? Of wil je je alleen maar verschuilen achter onwetendheid? Het kan zelfs zo zijn dat je de doop bewust niet onderzoekt, omdat je onwetend wil blijven. In de meeste gevallen hebben deze keuzes te maken met angst voor mensen. Het feit dat je niet gedoopt bent, zal wellicht in Gods ogen niet zo’n grote overtreding zijn. Maar de reden waarom je je niet laat dopen, weegt veel zwaarder. Angst om Zijn naam te belijden, zal ervoor zorgen dat Jezus ook jouw naam niet zal belijden voor de Vader.
Als je bang bent om je te laten dopen, is de kans groot dat je ook voor andere geloofsstappen bang zult zijn. Er zijn op dit moment mensen die zich laten dopen, ondanks ze weten dat de kans op vervolging groot is. Als wij nu bang zijn voor onze familie of vrienden, zullen we dan ooit in staat zijn net als hen op te staan voor ons geloof?
De doop bevrijd van angst
Juist door de doop kun je bevrijd worden van angst voor mensen. Ook het volk Israël was bang voor de Egyptenaren voordat zij door de zee trokken. Zij zeiden:
“Waren er in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? […] Was dit niet wat wij in Egypte al tegen u zeiden: Laat ons met rust, laten wij de Egyptenaren maar dienen? Want het is beter voor ons de Egyptenaren te dienen dan in de woestijn te sterven. (Exodus 14:11-12)”
Ze stonden op dat moment aan de oever van de zee. Daar kan alles nog zo uitzichtloos lijken. Je bent daar nog zo bang voor de mensen die je achtervolgen. Laten we lessen trekken uit wat Israël daar meemaakte. Ze besloten namelijk naar Mozes te luisteren. Hij zei:
“Wees niet bevreesd, houd stand, zie het heil van de HEERE dat Hij vandaag nog voor u zal bewerken! Want de Egyptenaren die u vandaag ziet, zult u tot in eeuwigheid niet meer terugzien. De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn. (Exodus 14:13-14)”
Wij zullen de mensen die ons achtervolgen waarschijnlijk nog wel terugzien, maar niet meer met angst in ons hart. Door de dood van Jezus is de duivel onttroont en zullen wij bevrijd worden uit slavernij, waarin wij leefden uit angst voor de dood (Hebreeën 2:14-15). Hoe kunnen wij duidelijker aanspraak maken op deze bevrijding dan door ons te laten dopen ín Jezus’ dood (Romeinen 6:4).
Zoals de zee de situatie uitzichtloos maakte voor Israël, zo doet de doop dat soms ook voor Christenen. Maar juist het pad door de zee leidde voor Israël tot bevrijding uit slavernij. Zo kan ook de doop ons uit slavernij bevrijden.
Bronnen genoemd in dit artikel
Nee, Watchman. (1972). Basislessen deel 1. New York: Christian Fellowship Publishers.
Dit is een samenvatting van de Bijbelstudie gehouden te Tamanredjo (Suriname) op 10 juni 2023. Deze studie over de doop is de derde van een serie studies over Handelingen 2:38. De eerste studie ging over geloof en de tweede over bekering. We zullen volgende keer dieper ingaan op het laatste wat Petrus noemt in Handelingen 2:38: het ontvangen van de Heilige Geest.